Maximiliaan Kolbe

Maximiliaan Kolbe

Maximiliaan Kolbe

Maximiliaan Kolbe leefde in de tijd tussen twee Wereldoorlogen. De politieke, sociale en kerkelijke omstandigheden droegen andere accenten dan in deze tijd van de jaren 2000. Hij was een kind van zijn tijd, maar oversteeg tegelijkertijd zijn tijd door daden te stellen die de tijd overtreffen en toekomst openleggen. Maximiliaan ontving de gave om op een eigen manier in te spelen op eigentijdse noden. Om hem beter te kunnen begrijpen is het belangrijk te zien welke krachten hem in staat stelden dat te doen. Als rechtgeaarde Pool bezat hij voor alles een grenzeloos vertrouwen in Maria. Zij was voor hem degene die de weg wijst naar evangelisch leven.

Maximiliaan koos hier voor het model van Franciscus’ leven. Spiritualiteit, bezinning, was voor Kolbe levensnoodzaak, een doorlopende bezinning op wat een leven voedt en draagt: ‘Een mens leeft immers niet van brood alleen’. Zijn manier om de meest moderne communicatie middelen aan te wenden voor de verkondiging van de evangelische boodschap viel op in zijn tijd en tot in onze tijd. Het besef dat de drukpers een machtig middel is, heeft hij in de praktijk omgezet. Hij richtte grote drukpersen op, waar oplagen van honderdduizend tot een miljoen exemplaren geen uitzondering werden. Zijn apostolaat werd constant gevoed door een doorlopende bezinning op het evangelie, Maria en Franciscus.

Zijn aanbod om in de hongerbunker de plaats in te nemen van een ander, en tevens de pastorale zorg voor mede-gevangenen, tekenen de persoon van Maximiliaan Kolbe. Hij verstond het bijbelse woord ‘Dabar’. Dabar is het hebreeuwse woord dat de begrippen ‘woord’ en ‘daad’ in zich sluit. Maximiliaans’ woorden werden door hem in daden omgezet, tot in de dood. In Auschwitz toonde hij, zoals tijdens zijn gehele leven, een bereidwillige slagvaardigheid. Bezinning op het Evangelie, onuitputtelijk vertrouwen op Maria en een leven volgens Franciscus leefmodel voedden zijn leven van bereidwillige slagvaardigheid.

De gedachtenis aan hem zal ons tegelijkertijd de mensen in herinnering roepen die in de concentratiekampen zijn omgekomen, of er nu nog de gevolgen van ondervinden.